Wees maar niet blij

Het gaat wel weer over.

Ik wil een leven met alle emoties. Ik denk dat dat de mooiste manier van leven is. Omdat een leven met alle emoties diepte kent, zoals een tekening met alle kleuren. Een leven met alleen maar geluk is geel en zonnig, en geel is mooi, maar is dat echt mooier dan een leven vol regenbogen, bergen en valleien, bomen en meren?

En niet alleen geven mijn emoties mijn leven meer diepte, ze vertellen me ook dingen. Zoals wat er belangrijk voor me is. Wat ik oké en niet oké vind, en wanneer ik grenzen aan wil geven. Bij welke mensen ik graag ben. Ze vragen me om stil te staan of iets te veranderen. Geven me vaak informatie over wat ik nodig heb.

Het kost even tijd om je emoties te leren kennen, zodat je weet wat ze je precies proberen te vertellen. Niet alles wat ze lijken te zeggen is De Waarheid. Sommige emoties zijn een beetje als een huilend kind, het schreeuwt: "Ik wil snoep en ik haat je!", maar de boodschap die achter die emotie ligt is "Ik ben moe en verdrietig, en ik wil me zo graag beter voelen" of " eergister zei Piet op het schoolplein dat ik stom ben en toen moest ik stoer reageren, maar eigenlijk voel ik me heel erg afgewezen".

Dat is trouwens ook de reden dat ik probeer tegen kinderen (en volwassenen) nooit te zeggen "Daar hoef je toch niet om te huilen?". Want weet ik veel wat Piet de afgelopen week allemaal weer op het schoolplein heeft gezegd? Als een lichaam zegt 'nu ga ik huilen', dan is er verdriet. Het is niet aan ons om te beoordelen of dat wel passend of nuttig genoeg is. Zeker niet omdat we vaak helemaal niet weten waarom iemand huilt (en regelmatig zelfs niet waarom we zelf huilen). En ook omdat emoties enkel nuttig zijn als we ze toelaten. Als ze er mogen zijn.

In Nederland zijn we niet zo goed in het omgaan met emoties. We zijn er op een bepaalde manier een beetje bang voor. We hebben vanaf zo jong geleerd dat onze emoties niet kloppen - dat we te veel voelen of op de verkeerde momenten, dat we bang zijn voor 'niet enge' dingen, dat er niets aan de hand was terwijl alles in ons zei dat er iets niet goed zat - dat we hebben geleerd de meeste emoties meteen te onderdrukken. Of om alles te doseren: je mag wel verdrietig zijn, maar een beetje.

Zelfs in de wetenschap hangt een beladen sfeer rondom negatieve emoties. Die zouden slecht voor je zijn, allerlei ziekten en psychische problemen veroorzaken. Wat ze daarbij meestal niet meten is of de mensen die die emoties hebben deze proberen te onderdrukken of actief toelaten. Ik bedoel, ik ontken niet dat het heel lang vasthouden aan wrok en vijandigheid slecht voor je is. Maar houd je dan vast aan woede, of probeer je heel hard om je verdriet niet te hoeven voelen?

Het niet voelen van al die emoties heeft een negatieve invloed op ons leven. We geven te weinig grenzen aan omdat we geen schuldgevoel willen voelen, we eten, drinken en scrollen te veel om geen teleurstelling te voelen. We delen ons verdriet niet, of alleen als het precies passend is, zodat we er meestal alleen in zijn. We zorgen niet zo goed voor onszelf omdat we niet goed weten hoe we met weerstand om kunnen gaan. We reageren onze stress en woede af op de mensen die het meest voor ons betekenen. We rusten niet genoeg, omdat als we stil staan al die emoties die we weg hebben gedrukt ineens toch nog de kop op willen steken.

In een cursus van Anke van Delden zei zij het volgende: "Verdriet moet gewoon een soort constante, gestage, gezond stromende waterval in ons leven zijn."

Dat klinkt misschien wat negatief, en een beetje moedeloos. Maar ergens vond ik het een opluchting. Een geruststelling. Zoals iedereen ben ik af en toe verdrietig. Maar ik hoef daar dus niet tegen te vechten. Ik hoef niet te oordelen op de momenten dat ik niet blij en gelukkig ben, niets op te lossen of te fixen. Dan leidt een moment van verdriet er niet toe dat ik denk 'zie je wel, het gaat nog steeds niet goed met me.'

Als verdriet een van de kleuren in mijn leven mag zijn, dan is het er als het er is. Dan zet ik een verdrietig liedje op en realiseer ik me dat die persoon best belangrijk voor me was. Of dat ik echt gehoopt had op die baan. Of dat ik me eigenlijk een beetje alleen voel en daar kan ik dan iets aan doen.

In het Boeddhisme kennen ze een mooie metafoor over emoties in het verhaal van de twee pijlen. Een emotie die wordt opgeroepen door een situatie, een verandering of een persoon is als een pijl die op je wordt geschoten. Het voelt onprettig en we zijn niet altijd blij met de pijlen die op ons worden geschoten.

Deze eerste pijl kunnen we weinig tegen doen, we kunnen niet voorkomen dat er een emotie in ons opkomt. We kunnen kiezen om door te leven alsof de pijl ons niet geraakt heeft, maar dat is vrij pijnlijk en ook niet zo gezond. Of we verzorgen de wond, ervaren de pijn en zorgen goed voor onszelf, zodat hij de ruimte krijgt om te helen. 

Maar in plaats van het daarbij te laten, laten we vervolgens vaak ook nog een tweede pijl op ons schieten. Dit zijn de emoties die we over onze emotie hebben. Deze tweede emotionele laag heeft meer te maken met wat we verwachten en normaal vinden. We denken 'waarom voel ik me zo slecht?', 'Ik zou hiervan moeten genieten' of 'hoezo ben ik bang terwijl er geen gevaar is?'. Die tweede pijl helpt ons niet, en doet ons onnodig extra pijn.

Gelukkig kunnen we het laten afschieten van de tweede pijl afleren, door onze verwachtingen over emoties aan te passen en te oefenen met ruimte maken voor alle emoties die in ons opkomen. Het is niet nodig om ons slecht te voelen over het slecht voelen. Om ons te schamen voor onze angst, ons schuldig te voelen over onze boosheid, ons moedeloos te voelen door ons verdriet.

Als verdriet er gewoon mag zijn, dan kunnen we daar op dezelfde manier mee omgaan als met blijdschap. We zeggen nooit tegen iemand "Nou, daar hoef je toch niet zo blij om te zijn." of " Wees maar niet blij, het gaat wel weer over."

Emoties zijn maar gewoon emoties. Er gebeurt iets in je hersenen en in je lichaam om een signaal af te geven. Als je daar een beetje ruimte voor maakt, hoeft je lichaam steeds minder hard te schreeuwen om de boodschap over te krijgen. Dan wordt het fysiek minder pijnlijk en overweldigend om emoties volledig toe te laten. Dan ontstaat er ook vanzelf weer ruimte voor iets anders. Alles mag er zijn, en alles draagt bij. Alles is onderdeel van een kleurrijk mooi leven.

[It’s as] if life is this huge mansion and it has these rooms playing scary movies, and it has got this gorgeous ballroom and it’s got whatever... And then we just live our whole lives in the attic. And like, it’s fine there. It’s safe there, nothing bad’s going to happen to you. But you haven’t explored any of the palace.
— Amanda Doyle
Vorige
Vorige

Te veel emoties

Volgende
Volgende

Jezelf zijn is een grappig iets