Te veel emoties

Oma's stellen soms hele goede vragen. Ze las mijn blog over verdriet, "Mooi," zei ze, "maar wat nou als je juist te veel emoties hebt? Wat doe je dan? Moet je die er ook allemaal laten zijn?"

Er kwamen tien antwoorden in me op, en ik koos er eentje, "Ik denk het wel. Hoe meer ruimte je maakt voor je emoties, hoe minder ze hun best gaan doen om hun signalen door te geven. Juist mensen die heel veel voelen, vechten vaak hard tegen hun emoties. Toelaten maakt dat ze een plekje krijgen, en zo tot rust kunnen komen."

En ik snap dat je als je heel veel emoties hebt, je liever een oplossing zou vinden waarbij je niet eerst heel veel emoties gaat ervaren. Waarbij je geen ruimte maakt, maar juist ze allemaal bij elkaar pakt, en ze in een iets te klein doosje stopt. Een doosje waar je dan af en toe bij kunt als je er behoefte aan hebt, en verder houden ze zich stil. Maar te kleine doosjes met veel te veel spullen springen open op de meest onhandige momenten.

Om gevoelens meer toe te laten, helpt het om te weten wat er eigenlijk gebeurt als er emoties bij je opkomen. Emoties zitten namelijk niet tussen je oren. Oké, er zijn wat hersengebieden bij betrokken, maar de ervaring van emotie vindt voornamelijk plaats in je lichaam. Toen ik dat een keer tegen mijn zus zei, antwoordde ze "Dat klinkt nogal zweverig." Vandaar dat ik het nog even verder uitleg. Houd daarbij wel in gedachten dat de werkelijkheid altijd iets complexer is dan een blog je kan vertellen, maar ik denk niet dat we die complexiteit in dit geval nodig hebben.

Een emotie ontstaat als reactie op een 'betekenisvolle verandering', dat kan een situatie zijn, een interactie met iemand, een gedachte of zelfs een andere emotie. Als dit binnenkomt in de hersenen wordt een snelle interpretatie gemaakt op basis van o.a. eerdere ervaringen en huidige omstandigheden en het emotiegebied van je hersenen (het limbisch systeem) geeft een passend signaal door.

Dit signaal maakt vaak nog een paar tussenstops in de hersenen, maar komt uiteindelijk terecht in de rest van je zenuwstelsel. Dat kan op verschillende manieren, maar we houden het vandaag bij de twee meest bekende. Een deel van de emoties activeert het rustsysteem (parasympatische zenuwstelsel), wat je lichaam de mogelijkheid geeft om voedsel te verteren, wondjes te helen en nieuwe cellen aan te maken.

Een ander deel van de emoties activeert het vecht/vlucht systeem (sympathische zenuwstelsel), dat gemaakt is om je te redden van gevaarlijke beren, te zorgen dat je bij de groep blijft (aka je te beschermen tegen een eenzame hongerdood), en je te verweren tegen de vijand. Allebei bijzonder belangrijke systemen dus.

Laten we woede als voorbeeld nemen. De activatie van je vecht/vlucht systeem zorgt ervoor dat er stress hormonen worden aangemaakt, dat je op een andere manier gaat ademhalen en je hart sneller begint te kloppen. Zo kan er zuurstofrijk bloed naar je spieren worden gebracht. Je neemt (bewust of onbewust) een iets dreigendere houding aan, je focus vernauwt zich en je zintuigen zijn alert op tekenen van gevaar en vijandigheid.

Elke emotie heeft zo een eigen lichamelijke uiting en dit zorgt ervoor dat verschillende emoties zo verschillend voelen. Boosheid zit niet alleen in je hoofd, maar in je armen, je longen en je romp. Verdriet zit niet alleen in je gedachten, maar ook in je hormonen, je tranen en je hangende schouders. Schaamte uit zich in de neiging om je klein te maken, te verstoppen; trots laat je schouders ontspannen en opent je houding; blijdschap geeft je een huppeltje of een niet te onderdrukken glimlach.

Die fysieke ervaring van gevoel - die lichamelijke reactie die je emotie oproept - er laten zijn, dat is wat ik bedoel met ruimte maken voor gevoel. Dat klinkt simpel en is eigenlijk heel moeilijk. Want er is een reden dat we vechten tegen emoties. We zijn ervan overtuigd geraakt dat wat wij voelen te veel is, dat we ons niet moeten aanstellen, dat anderen het erger hebben en dat onze reactie buiten proportie is. Dat maakt dat we vaak meteen blokkeren als we proberen een gevoel er gewoon te laten zijn.

En dat blokkeren kan er bij gevoelige mensen vaak net even anders uitzien dan het directe onderdrukken van emoties. Veel vaker ziet het eruit als denken. Gevoelige mensen schieten terug in hun hoofd. Ze herhalen hun verdrietige/boze/angstige gedachten opnieuw en opnieuw. Ze overdenken hun pijn, houden vast aan hun wrok en maken zich zorgen over zichzelf, anderen en de wereld.

Maar denken is niet voelen. Denken kan steeds opnieuw gevoel triggeren, en dat lijkt op gevoel toelaten, maar heeft een heel ander effect. Je aandacht is namelijk verplaatst van je lichaam naar je hoofd. En dat is heel logisch, want voelen is best wel eng en kan heel oncomfortabel zijn. Maar je hoofd (alleen) kan je emoties niet verwerken.

Zolang je namelijk het gevoel niet voelt, weet je lichaam niet of het signaal wel is aangekomen. En zal het harder en harder zijn best gaan doen om toch te zorgen dat het bij je terechtkomt (of, zoals een huilende baby die langzaam leert dat er toch nooit iemand komt, opgeven en ervan overtuigd raken dat zijn/haar behoeften er niet toe doen - maar ook dat heeft vele nadelen).

In hun boek Burnout schrijven de zussen Emily en Amelia Nagoski over emotie als een tunnel waar je doorheen reist. De enige weg uit het gevoel is door de tunnel heen. Het is donker, misschien zie je een deel van de weg aan geen enkele zijde het licht. Maar je weet dat elke tunnel een einde heeft.

Teruggaan naar het begin van de tunnel lijkt soms een slim idee, maar zorgt ervoor dat je achteruitgaat. Niet alleen is achteruitrijden moeilijk, het is ook niet de richting die je op wilt met je leven. Je emoties helpen je - als je dat toelaat. Hoe meer je bekend raakt met je gevoel, hoe beter je wordt in het herkennen van de boodschappen. Emoties kunnen richting geven, lichtjes zijn in een doolhof van tientallen mogelijke paden.

Stil blijven staan in de tunnel is een ander alternatief, dat is waar heel gevoelige mensen vaak naar neigen. Het is het overdenken, het analyseren, het wakker liggen met een hoofd vol gevoelens. Het voelt productief en nuttig, maar beneemt je van slaap, helpt je niet vooruit en houdt je tegen die heerlijke berglucht na de tunnel in te ademen. En jij wil meer heerlijke berglucht.

Om het gas weer in te drukken in de tunnel, hoef je maar 1 ding te doen. Je verlegt je aandacht weer van je hoofd naar je lichaam. Beginnend met korte periodes (en dan heb ik het echt over (halve) minuten), want je hoeft niet met 150 km per uur die tunnel uit. En je wilt je lichaam rustig weer laten wennen aan het fysiek ervaren van gevoel. (Tipje van Leo als je je overweldigd voelt door je gevoel: verleg je aandacht een tijdje naar het gevoel in je hand - je aandacht is terug in je lichaam, maar de meeste emoties zijn op andere plekken in je lichaam sterker aanwezig).

Iets wat je ook heel erg kan helpen om de tunnel uit te komen is valideren. Valideren is het bevestigen van jouw realiteit, het erkennen van jouw gevoel als valide. Dit is iets wat de meesten van ons te weinig ervaren hebben als kind en we ook daarna niet vaak hoorden. Daarom mogen we hier voor onszelf (en de mensen om ons heen) nu extra aandacht aan geven. Het klinkt als:

Ik mag dit gevoel serieus nemen

Het is normaal en logisch dat ik dit voel

Ik hoef me niet te schamen voor dit gevoel

Dit gevoel is precies zo sterk, en blijft precies zo lang als nodig is

Misschien vind je het lastig om dit te geloven. De overtuiging dat je te veel voelt of overdreven gevoelig bent zit vaak heel diep. Maar dat maakt het nog niet waar. Dat betekent vooral dat je vroeger (en wellicht nog steeds) niet begrepen werd. Dat er geen ruimte was voor jouw gevoel. Juist daarom mag je jezelf nu de ruimte geven om je gevoel driedubbel te valideren.

En ja, misschien voel je wel veel meer dan andere mensen. Maar veel is niet té veel. Verschillende gevoeligheden dienen verschillende doelen voor de wereld en de mens. Waar mensen die van nature vrij weinig voelen bepaalde dingen extra goed kunnen, neem bijvoorbeeld zoiets als het luchtverkeer leiden of rechter zijn, zijn er andere taken die beter door een gevoelig iemand kunnen worden vervuld.

Eén zo'n taak wil ik in het bijzonder uitlichten. Glennon Doyle beschrijft in haar boek Untamed hoe mensen die van nature veel voelen als kanaries in een kolenmijn zijn. Kanaries worden meegenomen in de kolenmijn omdat ze eerder dan mensen aanvoelen dat het mis dreigt te gaan. Als de kanarie stopt met zingen moeten de werklui zo snel mogelijk de mijn verlaten. Gevoelige mensen laten zich meer raken door de misstanden in de wereld, voelen veel sterker wat er niet oké is, merken het eerder op als het verkeerd gaat.

Jouw pijn is een belangrijk signaal. Jouw zorgen zijn niet misplaatst. Dat de werklui in de kolenmijn zelf niet merken dat het mis aan het gaan is, betekent niet dat ze niet hartstikke doodgaan als ze niet meteen vertrekken.

Het probleem met zorgen maken is dat je de problemen niet in je hoofd kunt oplossen. Je eindeloze gedachtestroom leidt niet tot actie. Terwijl het toelaten van de machteloosheid ruimte zou kunnen maken voor boosheid, die je activeert om duidelijke grenzen aan te geven. Terwijl het doorleven van je schuldgevoel ruimte zou kunnen maken voor een verlangen naar verbinding. Terwijl het erkennen van de pijn je zou kunnen motiveren om andere mensen die iets soortgelijks hebben meegemaakt steun te bieden of stappen te zetten om ze te beschermen.

Oké, nog eentje dan. Een laatste metafoor om het af te sluiten. Emoties zijn als golven. Voor sommige mensen, en op sommige dagen zijn het kleine, kabbelende golfjes. Je kunt ze rustig laten kabbelen en er gebeurt niet al te veel. Maar op andere momenten lijken de golven van gevoel meer op een grote tsunami. Een overweldigende, angstaanjagende reuzengolf die de kracht heeft om een heel dorp te vernietigen. Wat zou je daartegen moeten beginnen? Hoe zou je dat nou kunnen overleven?

Maar weet: je bent niet het dorpje, jij bent de oceaan.

Vorige
Vorige

Veerkracht en weerbaarheid

Volgende
Volgende

Wees maar niet blij