Veerkracht en weerbaarheid

Veel mensen maken zich zorgen over de huidige generatie kinderen. Ze worden zo gepamperd dat ze geen weerbaarheid meer ontwikkelen. Hun liefdevolle opvoeding is te zacht en daarom zijn alle kinderen tegenwoordig respectloos en hebben ze geen veerkracht.

Ik snap de zorgen. En deel ze niet. Ik maak me vooral ergens anders zorgen over, maar daarover later meer. De reden dat ik me geen zorgen maak over te liefdevolle opvoedingen, met ruimte voor emoties en autonomie en aandacht voor het kind, is dat ik weet hoe weerbaarheid en veerkracht ontstaan.

Laten we beginnen bij het begin: wat zijn weerbaarheid en veerkracht? Weerbaarheid is het omgaan met obstakels en tegenslagen op een gezonde manier en je er niet door laten tegenhouden. Veerkracht is het terugveren naar balans en stabiliteit na moeilijkheden.

Wat je nodig hebt voor weerbaarheid is geloof in eigen kunnen, hoop, en de ruimte om verschillende oplossingen te zien. Dat ontstaat door ervaringen met obstakels en tegenslagen die precies groot genoeg zijn voor wat jij op dat moment aankunt.

Dat ontstaat door de juiste hoeveelheid steun, het geloof van anderen in jou, de wetenschap dat je er niet alleen voor staat. En door een lange periode van uitproberen, veel ruimte om te falen, veel liefde als je faalt. En soms een duwtje in de rug om het nog eens te proberen.

Wat je nodig hebt voor veerkracht is een gereguleerd zenuwstelsel. Dat houdt in dat je lichaam na stress vanzelf weer in de ruststand terechtkomt.

En dat vraagt dat je genoeg ervaring met stressvolle situaties hebt (en het leven is daar vol van dus daar hoeven we niet actief aan bij te dragen), waarbij je keer op keer leert dat jij in staat bent om jezelf veilig te houden. Dat er ruimte is voor de emoties die stress bij je teweegbrengen en dat je oké bent, ook als je niet oké bent. En dat je leert te ontdekken wat je nodig hebt en jezelf dat kunt en durft te geven.

Een kind heeft nog niet de mogelijkheid om zichzelf te reguleren, de hersenen zijn simpelweg nog niet af op dat gebied. De ontwikkeling van de hersengebieden die zo belangrijk zijn voor zelfregulatie komt tot stand door co-regulatie.

Een ouder met een gereguleerd zenuwstelsel biedt troost, helpt te ontdekken wat het kind nodig heeft en probeert zo goed mogelijk aan de behoeften van het kind te voldoen. Zo leert het kind: ik en mijn behoeften doen ertoe. Het is veilig om te voelen en er is altijd hulp voor me.

Bestaat er dan niet zoiets als een te softe opvoeding? Een kind heeft toch grenzen nodig? Een kind moet toch leren met nee om te gaan, en rekening te houden met anderen? En leren dat niet alles in het leven meezit?

I couldn't agree more.

Grenzen zijn essentieel in een veilige, liefdevolle opvoeding. Zowel voor volwassenen als voor kinderen geldt dat liefde zonder grenzen minder veilig is. Liefde zonder grenzen vraagt om aanpassing, leidt tot in bochten wringen en verbreekt op die manier de verbinding. Het legt de verantwoordelijkheid voor jouw gevoelens bij de ander.

Hoe een liefdevolle opvoeding dan samengaat met grenzen? Zowel ouder als kind geeft grenzen aan. Een ouder neemt de verantwoordelijkheid voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind en maakt keuzes die hierbij passen.

Dit biedt het kind structuur, duidelijkheid en een zekere mate van voorspelbaarheid. Een kind krijgt de ruimte om het er niet mee eens te zijn, maar de verantwoordelijkheid van het maken van de keuzes en het bewaken van de grenzen blijft bij de ouder.

Daarnaast respecteert de ouder de grenzen van het kind zo goed mogelijk en legt uit waarom dat in sommige gevallen niet kan. Het kind ziet hoe ouders liefdevol grenzen stellen, elkaars grenzen respecteren (of die van vrienden en familieleden) en hoe zijn/haar eigen grenzen zoveel mogelijk worden gerespecteerd.

Zo ontwikkelen de hersenen in de richting van veilige grenzen. Het kind leert nee zeggen en nee accepteren van een ander.

Kost dat moeite? Ja.

Gaat dat altijd goed? Nee.

Het blijft een kind in ontwikkeling, dus dat gaat niet opeens op magische wijze goed. Een uitbarstinkje hier en daar is niet meer dan verwacht en laten we eerlijk zijn: het is ook verrekte irritant als een ander constant keuzes voor je maakt waar je het niet meer eens bent!

En de ouder blijft gewoon een mens, met frustraties en eigen emoties en vermoeidheid, dus ook dat gaat niet opeens op magische wijze goed. Soms lukt het wel de grens te bewaken, soms worden er op een dag drie ijsjes gegeten.

Is een imperfecte opvoeding met grenzen en respect nog steeds waardevol voor een kind?

Ja. Honderd procent.

En als het op tegenslagen aankomt, is respect even belangrijk. Respect vraagt dat je gelooft in je kind. Dat die moeilijke dingen mee kan maken en er weer uit kan komen. Dat die grote emoties kan hebben en dat kan doorstaan. Dat die problemen kan krijgen en dan weer op kan lossen.

Dus liefdevol opvoeden gaat niet over obstakels en problemen weghalen en oplossen. Het gaat over steun geven en vertrouwen bieden in de moeilijkheden die het leven onvermijdelijk biedt. Zoals beschreven in een oud gezegde: "Prepare the child for the path, not the path for the child."

Een hardere opvoeding, waarbij respect iets is wat alleen het kind voor de ouders moet hebben, grenzen regels zijn waar zonder uitleg aan voldaan moet worden en autonomie iets is voor volwassenen, lijkt soms sterkere, weerbare kinderen voort te brengen.

Maar de boodschap die zo'n kind meekrijgt staat juist in de weg van weerbaarheid en veerkracht. 'Jouw behoeften en grenzen doen er niet toe (en die van anderen dus ook niet). Wat jij voelt klopt niet. Jij bent niet belangrijk. Jij bent alleen liefde waard als je voldoet aan mijn voorwaarden.'

In plaats van wederzijds respect is er respectvol gedrag vanuit controle. De vorm van (zelf-)regulatie die bij zulke kinderen gehoorzaam en respectvol gedrag teweegbrengt is angst (dat hersengebied is al veel eerder af dan het gebied voor zelfcontrole, daarom werkt het ook zoveel 'beter' in de jonge jaren).

Een harde opvoeding kan leiden tot respectvol en gehoorzaam gedrag. Het leidt vaak ook tot volwassenen die zowel hun eigen grenzen als die van anderen niet respecteren. Mensen die nooit hebben geleerd met hun eigen emoties om te gaan, en daarom nu ook geen ruimte hebben voor de gevoelens van anderen. Harde werkers die maar doorgaan, tot hun lichaam ten slotte zegt 'en nu is het klaar'.

Dat brengt me bij een belangrijk punt. Het tegenovergestelde van weerbaarheid en veerkracht is een combinatie van fragiliteit en hardheid. Ogenschijnlijk zo ver uit elkaar als denkbaar, maar in werkelijkheid twee zijden van dezelfde medaille. Juist hardheid kan iets zo onbuigzaam maken, dat het gemakkelijk breekt.

Een veerkrachtig, weerbaar persoon is te vergelijken met een trampoline. Een harde trampoline is nutteloos, omdat je zo hard kunt springen als je wilt, maar niet echt omhoogkomt. Een fragiele trampoline is ook niet fijn, omdat deze zou breken als je weer neerkomt.

Juist de buigzaamheid en flexibiliteit maken dat mensen met allerlei gewichten hoog kunnen springen, in de wetenschap dat ze weer opgevangen worden en terug zullen veren als ze neerkomen.

En dus maak ik me geen zorgen over te liefdevolle opvoedingen. Over te veel zachtheid en respect en autonomie. Kinderen leren veerkrachtig te zijn en bouwen weerbaarheid op binnen de veiligheid van relaties. Binnen een thuis waar ze emoties mogen tonen, leren verbinden, oefenen, falen en sorry zeggen.

Toch is er één groep kinderen waar ik me wel zorgen over maak. Een groep kinderen die een stuk minder ruimte krijgt om veerkracht en weerbaarheid op te bouwen. Die minder ruimte krijgt voor emoties, minder troost en respect en steun als ze het moeilijk hebben, nog veel vaker hoort 'daar word je hard van'. Misschien weet je al over wie ik het heb… Jongens.

Heel even is er ruimte om te huilen, om te ontdekken wie ze zijn, om kind te zijn. En daarna begint de druk om man te zijn. Om sterk, stoer, grappig en dominant te zijn. Om kwetsbaarheden te verstoppen en altijd zelfverzekerd over te komen.

Om vervolgens 20 jaar later de vraag te krijgen waarom ze niet over hun gevoelens kunnen praten. Waarom ze zich terugtrekken, uitbarsten of hun toevlucht zoeken in alcohol of werk.

We persen alle zachtheid, zorgzaamheid en vriendelijkheid uit jongens die nog amper oud genoeg zijn om te weten wie ze zijn en als ze vervolgens geen vriendelijke, zorgzame mannen worden die duidelijk communiceren en hun behoeften aangeven staan we er als maatschappij hoofdschuddend bij te kijken.

Dat maakt me bezorgd. Want ik heb een broertje van 5 en een broertje van 25 en een vader en een opa. En vrienden en ooms en misschien ooit een zoontje.

En de manier waarop jongens opgroeien leidt tot een zelfstandigheid die vooral eenzaam is. Groeit uit tot een leven die de belangrijkste ingrediënten voor verbondenheid en betekenis mist. Steun. Troost. Delen.  

We leven in een cultuur waarin het belangrijker is dat jongens mannelijk kunnen zijn, dan dat ze menselijk kunnen zijn. Ze moeten kunnen stoeien, vechten, rennen.

Maar mogen ze ook huilen? Zien we het goede in ze, ook als ze falen? Mogen ze hulp nodig hebben? Praten we met ze over emoties? Mogen ze dingen leuk vinden die meisjesachtig zijn? Helpen we ze om vriendschappen op te bouwen? Leren we ze dat ze grenzen mogen aangeven, of alleen de grenzen van meisjes te respecteren? Laten we ze voelen dat ze het niet allemaal alleen hoeven uit te vogelen? En doen we al deze dingen ook nog als ze 11 zijn? En 21? En 50?

Laten we ja zeggen. Vanaf nu.

Cultuur is veranderbaar.

Vorige
Vorige

Hurt people heal people

Volgende
Volgende

Te veel emoties