Toen ik drie was…

zijn mijn ouders gescheiden.

"Ooh, dan heb je er vast niks van gemerkt!"

"Dan kun je lekker twee keer je verjaardag vieren!"

"Ga je dan ook twee keer per jaar op vakantie?"

 

Toen ik drie was ging mijn vader weg, hij ging op vakantie naar een ander dorp. Althans, zo heb ik het onthouden. Hij is niet meer teruggekomen, maar we mochten wel om de twee weken een weekend langskomen. We verhuisden met mama naar een kleiner huis waar het echode en waar je goed verstoppertje kon spelen. Ik vertelde aan juf dat we gingen verhuizen en plakte een foto van papa op de rand van mijn bed.

Toen papa een nieuwe vrouw vond mocht ik van mezelf niet meer hopen dat het goed zou komen. Vanaf dat moment had ik niet één thuis, maar twee. Of eigenlijk nul. Thuis is de plek waar jouw mensen samen zijn, en dat bestond niet meer.

Dat zijn mijn herinneringen van de scheiding. Wat ik me niet kan herinneren zijn de nachten dat ik eindeloos huilde, ontroostbaar was en mijn ouders en juffen niet goed wisten wat ze met me aan moesten. De dagen dat ik zo woedend was dat het leek alsof ik elk moment kon imploderen. En ook niet waarom of hoe ik toen van de een op de andere dag terug veranderde in een vrolijk meisje dat huppelend buiten speelde en vriendjes maakte.

Toen mijn beste vriendinnetje in groep 3 vroeg waarom mijn ouders gescheiden waren, antwoordde ik dat ze allebei een andere krant lazen en het niet met elkaar eens waren. Dat verhaal had mijn hoofd bedacht zodat het niet volledig ongrijpbaar was.

Met mijn beide ouders ging het niet goed in die tijd. Scheiden was nog een stuk minder geaccepteerd toen, en de familie, de kerk en God (volgens de familie en de kerk) waren woedend. Ik voelde dat mijn ouders heel veel verdriet hadden en had ergens geleerd dat sommige mensen zichzelf dood maken als ze heel verdrietig zijn, dus ik probeerde een goed kindje te zijn die veel liefde gaf, zodat dat niet zou gebeuren.

Omdat ik ook graag mijn zus en broertje in elkaar timmerde, snoepjes stal en mijn eten liet staan, ging dat minder goed dan gehoopt. Ik voelde hoe ik tekortschoot, en maakte daaruit op dat ik niet liefdevol genoeg was. Een echt liefdevol kind zou de pijn van haar ouders kunnen wegnemen, of op zijn minst verminderen. Een echt liefdevol kind zou liefde belangijker vinden dan het ongemak van kwetsbaarheid, een ruzie of de smaak van spinazie.

Niemand praatte over gevoelens, en dus droeg ik die angst alleen. Niemand wist wat er in me omging en niemand bevestigde dat er iets mis was. Als je hele wereld zonder waarschuwing of uitleg uit elkaar getrokken wordt, iedereen verdrietig is en niemand daar over praat en iedereen blijft glimlachen en doorleven alsof er niets gebeurd is, dan zal het wel niet erg zijn.

Want een scheiding als je drie bent, dat maakt eigenlijk niet zo veel uit. Daar herinner je je bijna niets van. Ik mocht ook een jaar twee keer sint maarten lopen, en alle kinderen waren jaloers. Het dorp van mama vierde het op zaterdag en het dorp van papa op maandag. Ik had meer snoep, dus eigenlijk had het ook best voordelen.

Als mensen vroegen wat ik vond van de scheiding van mijn ouders zei ik dan ook altijd dat het eigenlijk best leuk was. Anders had ik ja ook geen leuk extra zusje gehad! En het gekke is, ik loog niet. Al die gevoelens die ik eerder beschreef waren diep weggestopt, en ik had er geen idee van dat die bestonden.

Soms waren er leraren die een beetje extra aandacht gaven, die vroegen hoe het echt met me ging en waarom ik zo vaak uit het raam staarde. Ik glimlachte, zei dat het goed ging. Ik staarde alleen uit het raam omdat ik veel fantasie had.

Ik wist niet dat ik veel fantasie had omdat dat een van de manieren was om om te gaan met de eenzaamheid van nooit begrepen worden. Met verdriet dat geen plek mocht hebben, verdriet dat echt niet nodig is na zoiets normaals en kleins als een scheiding.

Toen ik ongeveer 16 was kwam ik een tijdje heel regelmatig te laat op school, de decaan vond dat ik er wel wat verdrietig uitzag en stuurde me door naar de vertrouwenspersoon.

Ze vroeg naar mijn leven en ik vertelde haar dat mijn ouders gescheiden waren toen ik drie was en ze antwoordde dat dat al heel lang geleden was. Ze vroeg waarom ik te laat kwam en ik zei dat ik dat niet wist. Ik had genoeg andere problemen maar zag niet in hoe die gerelateerd konden zijn aan het te laat komen, dus vertelde verder niets.

De vertrouwenspersoon gaf aan de decaan door dat de oorzaak van mijn te laat komen 'laksigheid' was. Hij geloofde dat niet (waarvoor ik nog steeds dankbaar ben) en gaf me geheel tegen het advies van de vertrouwenspersoon in niet veel straf.

Was het te laat komen het gevolg van de scheiding van mijn ouders 13 jaar eerder? Nee, dat lijkt me niet. Maar waarom zou ik me veilig genoeg voelen bij iemand die ervoor kiest om mijn pijn weg te wuiven? Zelfs al had ik zelf die uitstraling, het was haar baan om een veilige plek te creëren.

En hoe kon ik als 16-jarige weten dat onverwerkte problemen en onderdrukte gevoelens de oorzaak konden zijn van steeds heel moe zijn, van moeilijk uit bed komen? Snappen hoeveel energie het vraagt om altijd op twee plekken te wonen, je constant aan te passen en overzicht te proberen te houden, terwijl ik niet anders kende? Lakse kinderen bestaan niet. Kinderen met onvervulde behoeften en onbegrepen problemen wel.

Pas toen ik 18 was begon ik met mijn ouders te praten over de scheiding. Ik leerde wat de reden was, hoe het gegaan is en hoe verdrietig mijn vader was toen hij met zijn koffer het huis uitliep, wij met z'n drieën achter het raam.

Ik leerde dat mijn ouders niet over gevoelens konden praten omdat niemand dat hun geleerd had. Ze probeerden het wel, maar hadden de vaardigheden niet om dat op een helpende manier te doen.

Zij leerden dat wij het moeilijker hadden gehad dan merkbaar was. En tijdens mijn jaar Social Work mocht ik voor een vak mijn zus en broertje interviewen over de scheiding. Het bleek dat ik niet de enige was die het moeilijk had gehad.

Tijdens mijn studie psychologie leerde ik hoe belangrijk de eerste paar jaren van je leven zijn voor hoe je de wereld ervaart. Dat juist die jaren waar je niet veel meer van weet zo ontzettend veel invloed hebben op hoe je je later voelt, hoeveel energie je hebt en hoe veilig je je voelt bij anderen.

Ik ontdekte dat de pijn die ik zoveel jaren geleden weggestopt had nog steeds aanwezig was. Dat ik heel veel twijfelde aan wat ik voelde en ervaarde, niet durfde te vertrouwen dat hoe ik de dingen meemaakte klopte. Want wat als ik het weer mis had? Misschien was ik gewoon een aansteller, maakte ik de dingen groter dan ze zijn? Misschien was het allemaal wel niet erg.

Het heeft best lang geduurd tot ik dat los kon laten. Tot ik durfde te geloven hoe onveilig het moet hebben gevoeld voor dat kleine kindje, tot ik durfde te erkennen dat de scheiding misschien vooral heel niet leuk was, en maar een heel klein beetje leuk. Tot het me lukte om die pijn ook daadwerkelijk te voelen. Tot ik me niet meer zo alleen voelde. En tot ik me weer ergens thuis begon te voelen.

En na al deze ervaringen en dingen die ik geleerd heb ben ik nog steeds geneigd om te glimlachen als mensen me tegenwoordig nog vragen hoe ik de scheiding van mijn ouders ervaren heb. Het voelt niet alsof er ruimte is voor het verdriet dat een scheiding teweegbrengt.

Een klein beetje verdriet, direct na de scheiding, dat is oké. Maar er zoveel jaren last van hebben? Dat past niet in onze maatschappij. Scheidingen zijn tegenwoordig zo veel voorkomend en normaal. Dus "kinderen zijn veerkrachtig. Die komen daar wel weer overheen."

En ja, kinderen zijn veerkrachtig, heb ik in mijn studie geleerd en in mijn leven ervaren. Maar wat nodig is voor die veerkracht is de erkenning van de pijn, de machteloosheid, de angst en de wanhoop.

Wat nodig is, is de veiligheid van mensen die jouw realiteit erkennen. De voelbare wetenschap dat je er niet alleen voor staat. Dat je pijn gedeeld wordt, en dat er mensen zijn die dat samen met jou dragen.

Soms is een scheiding de beste oplossing, zelfs als je rekening houdt met alle pijn die eruit zal voortvloeien. Maar zorg er dan voor dat die pijn er mag zijn, dat daar ruimte voor is. En dat niemand daar alleen in hoeft te zijn.

Dit wilde ik graag delen voor alle papa's en mama's die hun kinderen zo goed mogelijk willen ondersteunen. Voor alle juffen en meesters (en vertrouwenspersonen) die niet genoeg herinnerd kunnen worden aan de verhalen die er achter gezichten en problemen schuilen.

En nog het meeste voor alle kinderen, die misschien al lang geen kind meer zijn. Die nog nooit toestemming hebben gekregen om verdrietig te zijn, misschien niet eens weten dat er zoveel pijn in hen schuilt. Die pijn is echt, dat verdriet doet ertoe. Het is niet te laat om daar ruimte aan te geven. En je hoeft dat niet (meer) alleen te dragen.

Delen wordt gewaardeerd!

Vorige
Vorige

Winter

Volgende
Volgende

Hurt people heal people